Tempo, Dynamiek, Articulatie en Herhalings tekens

Het tempo in de muziek kan aangeduid worden door termen (globaal) of met metronoom getallen (exact).

De tempo aanduidingen worden in 5 groepen ingedeeld:

  1. Zeer langzaam (metronoom: 40-60)
  2. Matig langzaam (metronooom: 60-108)
  3. Matig snel (metronoom: 108-120)
  4. Snel (metronoom: 120-168)
  5. Zeer snel (metronoom: 168-208)

Een lijst met tempo termen vind je op de volgende pagina:

De fermate heeft niet echt iets met het tempo te maken. Wat er eigenlijk gebeurt is dat je even stopt met tellen en dus duurt een noot langer dan normaal.

De dynamiek in de muziek bepaalt hoe luid of zacht muziek gespeeld wordt. Die dynamiek wordt met termen en/of hun afkortingen aangegeven. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen termen die een stabiele dynamiek aangeven en termen die een overgang aangeven (bijv. van zacht naar luid).

Een lijst met dynamiek termen vind je op de volgende pagina:

Bij articulatie hebben we het over de uitvoering van individuele noten. Noten kunnen extra breed of juist extra kort gespeeld worden. Hieronder een afbeelding met de meest gebruikte articulaties en onder dat plaatje uitleg.

articulatie1

Herhalings tekens geven, zoals de naam al doet vermoeden, herhalingen aan. De meest voorkomende is de gewone herhaling, evt. met 1tje en 2tje. Zie afbeelding.

herhaling02

Daarnaast zijn er een aantal termen:

En daarbij evt. de volgende toevoegingen: